“Ik ben de 6de generatie op deze boerderij, hier in Gouderak”, vertelt Piet Blanken. Hij is vader van drie kinderen, opa van vier kleinkinderen en samen met zijn vrouw Marja, eigenaar van de jongveeopfokbedrijf en gastverblijf De Appelgaard. “De natuurontwikkeling in de Krimpenerwaard heeft direct effect op de agrarische bedrijven. We hebben deze verandering aangegrepen als een kans om onze bedrijfsvoering te veranderen”, vervolgt Piet. 
Toen Piet en zijn vrouw ruim tien jaar geleden hun agrarisch bedrijf wilden aanpassen, met een gastenverblijf en vergaderruimten en een jongveeopfokbedrijf op natuurgronden, had met name het laatste heel wat voeten in aarden. "Het is voor iedereen nieuw, voor de Krimpenerwaard, voor de provincie, maar ook voor de gemeente”, vertelt Piet.

“In het begin was er veel onwennigheid, vanwege de nieuwigheid. Het was voor alle partijen belangrijk om goed naar elkaar te luisteren, elkaar ook te begrijpen en mee te denken. Het is een lange adem, maar het resultaat hopen we binnenkort voor langere tijd te realiseren.”, vervolgt Piet. Vier jaar geleden is er met de proeftuin Krimpenerwaard een pilot natte teelten op hun land aangelegd.

De wet- en regelgeving veranderd regelmatig, maar Piet is niet iemand die dat afwacht. Zo zit hij ook in verschillende panels en werkgroepen voor agrariërs in de Krimpenerwaard om de samenwerking met het hoogheemraadschap te versterken. “Vroeger stonden we als agrariërs en het hoogheemraadschap meer tegen over elkaar. Nu helpen we en leren we van elkaar. Zoals het baggerplan dat wij als agrariërs in de Krimpenerwaard opstellen in overleg met het hoogheemraadschap. Ook dit was in het begin onwennig en nieuw. Door samen aan de slag te gaan, bouwen we aan elkaar vertrouwen en maken we gebruik van elkaars kennis.”

Ontwikkelingen grijpt Piet aan als een kans. “Door met de tijd mee te gaan, te ontwikkelen en samen te werken kunnen we de Krimpenerwaard en het boerenleven op een gezonde en rendabele manier behouden. Mijn dochter en schoonzoon zijn de 7de generatie die in de boerderij wonen en het familiebedrijf in de toekomst hopen over te nemen”, eindigt Piet trots.