Dat gebeurde aan de hand van subvragen over:

  • de betekenis van het waterschap in de samenleving;
  • de rol van het waterschap bij klimaatverandering;
  • de verwachtingen over de inzet van het waterschap als het gaat om duurzaamheid.

Uit de discussies kwamen de volgende algemene uitgangspunten voor het waterbeheerprogramma naar voren:

  • het waterschap moet meer haar deskundigheid laten zien. Het waterschap wordt gezien als autoriteit en mag dat meer voor het voetlicht brengen
  • het waterschap moet meer inzetten op samenwerking en educatie, luisteren naar burgers en maatschappelijk draagvlak creëren
  • het waterschap moet met nadruk inzetten op duurzaamheid en de gevolgen van klimaatverandering beperken, en hierop inzetten vanuit de kerntaken

Daarnaast was er eensgezindheid over de aandacht die moet worden gegeven aan de beschikbaarheid van voldoende zoet en schoon water in de natuur. Hierbij werd de watervoorziening in tijden van droogte in verband gebracht met de aandacht voor waterkwaliteit.

Dit alles leidt voor nu tot de volgende ‘wegwijzer’ bij het opstellen van dit Waterbeheerprogramma:

Het waterschap treedt naar voren met zijn deskundigheid, werkt samen en creëert maatschappelijk draagvlak en zet zijn beschikbare middelen in om vanuit zijn kerntaken in te zetten op duurzaamheid en het tegengaan van (de gevolgen van) klimaatverandering, om het gebied aantrekkelijk en bewoonbaar te houden.